De kaardebol baby!

15/11/2018

Geregeld zal ik in deze blog een plant onder de loep nemen waarvoor ik een bijzondere waardering koester. De eerste plant die deze eer ten beurt valt is de Grote kaardenbol oftewel Dipsacus fullonum voor de vrienden. Het kan ook niet anders dat ik deze plant als eerste beschrijf omdat die de mascotte is van ons bedrijf. En niet zonder reden. De majestueusiteit van deze plant kent weinig inheemse concurrenten.

De Grote kaardenbol is een tweejarige. Dit wil zeggen dat hij het eerste jaar zijn wortels en een bladrozet vormt en in het tweede jaar zijn stengel(s) en bloemen. Daarna sterft hij af en verspreidt hij zijn zaad. Dit doet hij nogal enthousiast.

Het meest waardevolle aspect aan deze plant zowel op ecologisch als op esthetisch vlak in de siertuin, is het prachtige wintersilhouet dat hij vormt met zijn afgestorven plantdelen. Dit is werkelijk ongeëvenaard en hoewel afgestorven doorstaat het met gemak een winterstorm zodat je de verhoutte delen pas in het voorjaar mag verwijderen.
 
 
Voor wat betreft het ecologisch aspect zijn de zaden die zich in de zaadhoofden bevinden een ware winterse feestmaaltijd voor kleine vogeltjes zoals mezen en distelvinken. Vooral de distelvinken of putters zijn zeldzame vogeltjes die je doorheen het jaar niet ziet maar zich wel "en masse" op de Grote kaardenbol storten.
 
 
Grote kaardenbol is een soort van zowel pioniersvegetatie als van ruigten. Dit betekent dat ze zich ook in de kruidlaag van een siertuin kan weten te handhaven. Ze groeit vooral op vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke basische bodems. Om te kiemen heeft de soort open plekken in de vegetatie nodig. Vaak is ze te vinden op rivier en kanaaldijken, verstoorde wegbermen, braakterreinen en langs spoorwegen. 
 
Grote kaardenbol is een soort van Zuid, West en Midden Europa. Het areaal strekt zich uit tot het noordoosten van Oekraïne. In België verkiest de Grote kaardenbol duidelijk de kalkrijke districten met zware gronden. Ten dele is dit te danken aan de talrijke populaties op de opgespoten terreinen van het Antwerpse havengebied, ten dele aan de talrijke kalkrijke, kleiige dijken elders in de Polders. De zure zandgronden van de Kempen worden duidelijk gemeden. 
Belangrijk om te vermelden dat indien je de Grote kaardenbol wenst te verplanten, dat je diep genoeg schupt rond de wortel. De plant heeft immers een grote penwortel waardoor de overlevingskans ernstig daalt indien die wordt doorgestoken. 
 
Ook leuk om te weten is dat de Grote kaardenbol een semi- vleesetende plant is. Aan zijn stekelige stegels heeft deze distelachtige immers bladeren die een stengelbeker vormen. Hier blijft vocht in staan na een regenbui waarin kleine insecten verdrinken. Hun lichaam wordt door de plant verteerd en de proteïnen gebruikt als bouwstenen voor de benodigde groei. 
 
Zijn naam dankt de Grote kaardenbol aan het gebruik in de Middeleeuwen waarbij de uitgebloeide zaadhoofden gehanteerd werden als werkinstrument om wol te kaarden. 
 
Tot slot schijnt de penwortel van de plant in de vorm van tinctuur gebruikt te worden om de ziekte van Lyme te behandelen. Er is echter te weinig wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de werkzame stoffen in de plant om hier uitsluitsel over te geven.